Podcasthost Kitty Joachems (Klemtoon Media) praat met Klaar Koenraad, voorzitter RES West-Brabant en wethouder in Roosendaal, Johan de Beer, programmaregisseur RES West-Brabant en Anne Struijs van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Wim van Beuzekom, communicatieadviseur van Windunie schuift ook aan voor zijn frisse blik als douchegast.
Windenergie werkt eigenlijk heel simpel. Wind laat de wieken van de turbine draaien en zo ontstaat elektriciteit. Hoe harder het waait, hoe meer stroom er wordt opgewekt. Op zee waait het vaak harder dan op land, maar ook op land leveren windmolens veel energie.
De kracht van locatie en hoogte
Windenergie is een belangrijke schakel in de energietransitie. We hebben een mix nodig van zon en wind, zodat we op verschillende momenten stroom kunnen opwekken. Daarbij bespaart een windmolen veel ruimte: één molen levert net zoveel stroom als tien hectare zonnepanelen. Zo blijft er meer grond over voor bijvoorbeeld landbouw. De plek van een windmolen is heel belangrijk. Langs de kust waait het vaak harder, maar ook in het vlakke binnenland is er genoeg wind. Hoe hoger de turbine, hoe meer wind deze vangt. Moderne windmolens zijn daarom steeds groter en krachtiger. Een windmolen van drie megawatt kan jaarlijks stroom leveren aan zo’n 2100 huishoudens.
Wind op zee: groot, krachtig en uitdagend
Windparken op zee leveren veel stroom. Nederland heeft hier een voordeel, omdat de Noordzee ondiep is. Daardoor kunnen de molens stevig in de zeebodem worden geplaatst. Er is ook veel ruimte op zee. Toch is windenergie op zee duurder. Het bouwen en onderhouden van windparken op zee is een hele klus. Er zijn speciale schepen nodig en het zoute water vraagt om sterke materialen. De opgewekte stroom wordt via dikke kabels naar het land gebracht, meestal door netbeheerder TenneT. Nederland heeft grote plannen voor wind op zee. In 2030 willen we 21 gigawatt aan windparken hebben staan. Ter vergelijking: nu leveren de bestaande parken zo’n 4,5 gigawatt. Er komt dus nog heel wat bij.
Wind op land: dichtbij en goedkoper
Windenergie op land is goedkoper en sneller te bouwen. De stroom hoeft minder ver te reizen en dat scheelt energieverlies. Toch roept wind op land soms vragen op bij omwonenden. We zetten de onderwerpen waar de meeste zorgen over zijn op een rijtje.
Slimme regels voor windturbines
Windmolens maken een suizend geluid. Fabrikanten werken hard aan stillere wieken en stillere tandwielen. Soms worden turbines ’s nachts langzamer gezet of tijdelijk stilgezet. Het flikkerende schaduwpatroon mag maximaal 5 uur en 40 minuten per jaar op woningen vallen. Anders schakelt de turbine automatisch uit. Steeds vaker worden strengere regels gehanteerd. Rode knipperlichten zijn verplicht voor de vliegveiligheid. Inmiddels bestaan er slimme lampen die alleen aan gaan als er vliegtuigen in de buurt zijn.
Uitzicht
Niet iedereen vindt windmolens mooi. Er wordt geprobeerd molens op logische plekken te plaatsen, bijvoorbeeld langs snelwegen of bij industrie. Ook zijn er ontwerpen met slankere vormen en andere kleuren.
De toekomst van windenergie
Windenergie biedt nog volop groeikansen, zeker wanneer de lokale
gemeenschap meeprofiteert. Oude molens maken steeds vaker plaats voor grotere, efficiëntere turbines die veel meer stroom opwekken. Innovatie draait op volle toeren: zo maakt een zwarte wiek het voor vogels makkelijker om turbines te zien en worden slimme combinaties van wind- en zonne-energie ontwikkeld om de beschikbare ruimte optimaal te benutten.
Ook internationaal wordt samengewerkt: rondom de Noordzee bundelen landen hun krachten om de impact van windparken op de natuur zorgvuldig te onderzoeken. Windmolens passen eigenlijk perfect bij Nederland. Eeuwen geleden hielpen ze ons al met het wegpompen van water, vandaag de dag leveren ze schone, duurzame energie.
Meer weten over windenergie? Beluister aflevering vijf van de podcastserie Energie voor de regio.
Luister hier de podcast!