RES West-Brabant

Wij werken samen aan een duurzame toekomst met schone en betaalbare energie voor iedereen.

Tosticaravan

De Tosticaravan is ook bij jouw gemeente langsgeweest! 

We zijn bij de gemeentes in West-Brabant langs geweest met een lekkere tosti in ruil voor een goed gesprek over de energietransitie. 

We hebben jullie mening opgehaald over hoe we samen de toekomst van energie kunnen vormgeven in West-Brabant.

Wat vinden inwoners rechtvaardige, betaalbare en solidaire keuzes in het overstappen op een ander
energiesysteem?

We gingen de straat op in 16 gemeenten en spraken ruim 360 inwoners. De uitkomsten hiervan staan in dit verslag en dragen bij aan een krachtige en gedragen RES 2.0. De gesprekken benadrukken dat de overstap naar een nieuw energiesysteem niet alleen een technische maar ook een sociale uitdaging is, waarbij betaalbaarheid, eerlijkheid en bewustwording centraal staan.

De rode draad van dit verslag:

Rechtvaardigheid

De belangrijkste thema's zijn omgevingsimpact, nabijheid, lokaal maatwerk en de
regierol van de overheid.

  • Omgevingsimpact

Veel deelnemers vinden dat er bij duurzame energieopwekking rekening
gehouden moet worden met de visuele en ecologische impact. Er is weerstand
tegen energie-installaties in woongebieden, vanwege geluidsoverlast en
belemmering van het uitzicht. Voorkeurslocaties zijn industriële gebieden of op
zee. Behoud van natuur en biodiversiteit speelt een grote rol. Ook komt in de
gesprekken meermaals de vraag terug naar oplossingen zoals kernenergie. In de
meer landelijke gebieden wordt daaraan toegevoegd dat het behoud van het
landschap heel belangrijk. Een rechtvaardig energiesysteem houdt rekening met
natuur, landschap en leefomgeving. Veel deelnemers benadrukken dat energieinstallaties
de natuur en het uitzicht zo min mogelijk mogen schaden. Behoud van
dorpskarakter en historische panden wordt als belangrijk gezien.

  • Nabijheid en toegankelijkheid

Inwoners vinden nabijheid een belangrijke voorwaarde voor een rechtvaardig
energiesysteem: lokaal energie opwekken moet ook lokaal profijt opleveren. Er
wordt gepleit voor maatregelen die duurzame energie toegankelijk maken voor
iedereen, zoals lagere energietarieven voor omwonenden van energieprojecten.

  • Lokaal maatwerk

Deelnemers benadrukken de noodzaak van lokaal maatwerk, zoals specifieke
energieoplossingen die passen bij de omgeving. Ook samenwerking tussen
gemeenten en met het bedrijfsleven wordt als essentieel gezien. Sommigen zien
liever dat professionals en experts een grotere rol spelen bij beslissingen.

  • Rol van de overheid

De overheid (gemeente) wordt gezien als de centrale partij in de energietransitie.
Veel deelnemers vinden inspraak wel belangrijk, vooral bij beslissingen die direct
effect hebben op hun leefomgeving. Sommigen willen dat de gemeente
autonoom besluiten neemt om snelheid te garanderen, terwijl anderen balans
benadrukken tussen gemeentelijke regie en betrokkenheid van inwoners. Maar
hoewel veel inwoners openstaan voor gemeentelijk leiderschap, benadrukken ze
ook de noodzaak van samenwerking met experts en het betrekken van lokale
gemeenschappen. En er is kritiek op wispelturige regelgeving en inefficiënt en
inconsistent beleid, wat het vertrouwen in de overheid schaadt. Transparantie
over keuzes, dilemma’s en kostenverdeling is essentieel om vertrouwen terug te
winnen.

 

Betaalbaarheid

Als we kijken naar de betaalbaarheid en kostenverdeling van een nieuw
energiesysteem zijn inwoners relatief eensgezind. Belangrijke thema’s zijn
gezamenlijkheid, lokaal profijt en kostenverdeling naar verbruik en vermogen.

  • Iedereen moet mee kunnen doen

De meeste deelnemers benadrukken dat mensen met lage inkomens extra
steun nodig hebben, zoals subsidies, prijsplafonds, of andere maatregelen
om hen niet buitenspel te zetten in de energietransitie. Subsidies zouden
gericht moeten zijn op structurele verduurzamingsmaatregelen, en het
aanvragen ervan moet laagdrempelig zijn. Er moeten geen wisselende
signalen worden gegeven vanuit de landelijke politiek. Ook is er brede steun
voor financiële compensatie voor omwonenden van energieprojecten.

  • Kostenverdeling naar verbruik en vermogen

Het principe “meer verbruik is meer betalen” wordt als eerlijk ervaren. De
meeste deelnemers noemen "betalen naar verbruik" als eerlijke verdeling,
met progressieve tarieven voor grootverbruikers en hogere inkomens. Een
minderheid vindt dat iedereen naar eigen verbruik moet betalen, ongeacht
inkomen. Tegelijkertijd benadrukken sommige deelnemers dat gelijkheid
belangrijk is, met een eenvoudige verdeling gebaseerd op verbruik, ongeacht
inkomen. En dat de tarieven voor bedrijven niet als neveneffect moeten
hebben, dat zij naar het buitenland vertrekken.

  • Lokaal profijt

Er is brede steun voor lokaal profijt van duurzame energie, zoals financiële
voordelen voor bewoners in de nabijheid van energie-installaties. Ook de
financiële voordelen voor zelfopwekkers, zoals kortingen voor
zonnepanelenbezitters, worden vaak genoemd. Het kan niet zo zijn dat
bewoners met goede wil gestraft worden voor hun inzet.

 

Solidariteit

De belangrijkste rode draden die we terug zien komen: men is zeker bereid om
gedrag aan te passen, zeker wanneer dat financieel voordeel oplevert. De
meerderheid van de gesproken inwoners vindt dat het platteland de stad en
industrie zal moeten ondersteunen. Over clusteren of spreiden zijn de meningen
verdeeld: een kleine meerderheid spreekt de wens uit om te clusteren.

 

  • Bereidheid om gedrag aan te passen

Veruit de meeste deelnemers zijn bereid hun energieverbruik aan te passen,
en zijn hier al mee bezig. Vaak via kleine maatregelen zoals korter douchen,
verlichting uitzetten, en energiezuinige technologieën gebruiken. Ook
investeren velen in zonnepanelen, isolatie, of warmtepompen. Mensen in
huurwoniningen noemen vaak financiële beperkingen of technische
belemmeringen als obstakels om méér te doen aan verduurzaming. Een
kleine groep toont weinig interesse in verduurzaming, vaak om financiële of
praktische redenen.

  • Solidariteit tussen stad, industrie en platteland

Een meerderheid vindt dat het platteland de steden en industrie kan
ondersteunen vanwege de beschikbare ruimte. Wel benoemt vrijwel iedereen
dat dit moet samengaan met inspanningen van stedelijke en industriële
gebieden, zoals meer zonnepanelen op (bedrijfs)daken. Sommigen
benadrukken dat het platteland niet onevenredig mag worden belast en dat
compensatie en voordelen voor het platteland een randvoorwaarde zijn.
Denk aan extra inkomsten of andere vormen van compensatie. Een
minderheid is van mening dat elke regio zelfvoorzienend moet zijn en
benadrukt de bescherming van natuur en open landschap.

  • Clusteren versus spreiden van elementen van het energiesysteem

Clustering van elementen van het energiesysteem in het landschap wordt
vaak genoemd. Men pleit hiervoor om de visuele impact op het landschap te
beperken. Men benoemt vaak plaatsing op industrieterreinen, langs
snelwegen of op zee. De meningen zijn wel verdeeld: óók een grote groep
van de respondenten pleit voor spreiding om een eerlijkere verdeling van
lasten te garanderen en de koppeling tussen opwekking en verbruik te
versterken. Zonnepanelen op daken hebben brede steun als voorkeursoptie.

  • Landschappelijke inpassing

Inwoners hechten veel waarde aan behoud van natuur en landschap.
Installaties mogen geen grote visuele of auditieve overlast veroorzaken, en
locaties zoals weilanden, snelwegen, en industrieterreinen worden als
geschikter gezien dan nabij woonwijken. Deelnemers benoemen vaak hun
bezorgdheid over schade aan biodiversiteit en landbouwgrond.

 

Lees het hele verslag hier:
RES West-Brabant Straatgesprekken

 

 

 

  • Geen resultaten gevonden

    Je zoekopdracht leverde helaas geen resultaat op. Controleer de spelling of probeer het opnieuw met een andere term.

 

Volg ons op Linkedin

 

Contactinformatie

Waterschap Brabantse Delta
Bouvignelaan 5
4836 AA Breda

Telefoonnummer Johan de Beer, programmaregisseur RES West-Brabant: 06 ‑ 148 641 90

Aanmelden nieuwsbrief

 

 

Cookie-instellingen