Programmaregisseur RES West-Brabant.

Johan, wat is jouw achtergrond?

“Ik ben van huis uit techneut en ben ooit begonnen bij Ingenieursbureau Oranjewoud. Daarnaast heb ik een avondopleiding Bedrijfskunde en Informatica gedaan. In 1991 heb ik de overstap gemaakt naar het Hoogheemraadschap van West-Brabant, in een soort pioniersfunctie. Ik moest iets ontwikkelen wat er nog niet was en aantal jaren later had ik ook een team om me heen verzameld. Dat was eigenlijk een aanloop om uiteindelijk bij het Hoogheemraadschap en later bij Waterschap Brabantse Delta, me meer toe te leggen op de managementrol. Tussen 2000 en 2010 heb ik verschillende managementrollen gehad.

Naast mijn managementfuncties ben ik altijd maatschappelijk betrokken geweest in het Zundertse, onder andere als raadslid. Hier ben ik in 2006 terechtgekomen door mijn rol binnen de ruilverkaveling. Dit was een beweging waarbij agrariërs stukken land opnieuw verdelen. Die beweging heb ik geordend en zo viel ik op in de politiek. In 2010 was er een verdubbeling van de zetels en tot mijn eigen verrassing ben ik wethouder geworden. En dat ben ik geweest tot 1 juni 2022.”

Wat heb je vanuit je rol als wethouder gezien van de RES West-Brabant?

“Ik heb in die jaren een brede portefeuille gehad, waaronder duurzaamheid. Eerder was er nog weinig aandacht voor dit thema en door de jaren heen is dit flink gegroeid. Zo heb ik heel de opmaak naar de RES 1.0 meegemaakt en ook de Warmtevisie. Ik ben een betrokken bestuurder geweest op dit thema. Victor noemde mij wel eens “de bedenker van de innovatie”. Kijk, we hebben een totale opgave van 2,6 Terawatt als energieopwekking. De neiging was om alles vol te rekenen met wind en zon. En mijn advies was: hou ook ruimte voor innovatie. Omdat ik redeneer: nu weten we nog niet alles.”

Wat neem je mee in je nieuwe rol als regisseur van de regionale energietransitie?

“Het is fijn dat ik deze rol vanuit het Waterschap kan vervullen. Het Waterschap is namelijk niet de meest grote partij die belang heeft bij de energietransitie. Daardoor kan ik een mooie verbinding maken tussen gemeentes.

Ik neem een groot netwerk in de regio mee. Verder ben ik resultaatgericht en heb ik een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Als ik ergens mijn tanden in zet dan ga ik ervoor! En deze functie is een scharnierfunctie van bestuurlijke en ambtelijke kijk. Dat past me goed. Verder ben ik gedreven en enthousiast.”

Wat zijn je eerste indrukken van de RES West-Brabant vanuit je nieuwe rol?

“Ik ben echt positief verrast! Als bestuurder zag ik een topje van de ijsberg. Nu krijg ik steeds meer beeld van het hele RES-werkveld en de mensen die hierbij betrokken zijn… bestuurders, bedrijven, inwoners. Als je ziet hoe dit hier in West Brabant is georganiseerd is! En met gewoon de mentaliteit “handen aan de ploeg”. In West-Brabant doen we het echt sámen. Niks is onmogelijk en voor wat we niet weten, starten we een pilot. Ook het Brabant Praat-burgerforum waar inwoners met elkaar in gesprek gaan en de politiek adviseren, vind ik een prachtig voorbeeld.”

Welke uitdagingen zie je voor de toekomst?

“Er gebeuren heel veel mooie dingen. Nu we in een nieuwe fase beland zijn, is het ook goed om keuzes te maken en een nieuwe focus aan te brengen. Alleen wordt de opdracht niet kleiner eigenlijk. De RES 1.0 ging over de opgave en over de warmtevisie, dat was allemaal nog vrij veilig. Rond 2020 werden we geconfronteerd met netwerkschaarste en energiearmoede. Toen is er een dynamiek bijgekomen. De opgave van de RES is niet alleen maar technisch meer, maar het vertrouwen bij de inwoner en de ondernemers speelt een grote rol. Wij hebben dat vertrouwen van inwoners heel hard nodig in deze opgave. Daarom zijn die overlegstructuren wel allemaal nuttig en nodig.”

Waar staat de RES West-Brabant over zo’n 3 jaar, hoop je?

“Dan hoop ik dat we die innovatie echt al kunnen beetpakken. Dus dat we zichtbare resultaten hebben geboekt in bijvoorbeeld de netwerkschaarste. Verder hoop ik dat we een aantal andere zichtbare projecten hebben afgerond.

En niet vergeten: koesteren wat je ook hebt! Het gaat niet altijd om nieuwe dingen. Laten we de samenwerking in West-Brabant koesteren. Ik hoor regelmatig dat we in de top 3 zitten als het gaat om daadkracht en nuchterheid. Ik heb wel de ambitie om die toppositie vast te houden. Dus ook over 3 jaar zou ik willen zien dat West-Brabant het verschil kan maken!”